De arbeidsmarkt onder Rutte III
UitzendScope is een uitgave voor uitzendondernemers door WePayPeople. Een tweemaandelijkse newspaper met thema’s gericht op uitzendondernemers. Inschrijven voor UitzendScope kan hier.
Met de presentatie van de Miljoenennota 2018 voert het demissionaire kabinet deze Prinsjesdag haar laatste voorstelling op. De aandacht zal vooral uitgaan naar de naderende witte rook van het formatiekwartet. Hun aanstaande regeerakkoord zal gelden als voorbode voor nieuw beleid, ook voor de arbeidsmarkt. Er is lang gewacht op een alomvattend poldergeluid, maar na anderhalf jaar vruchteloos overleg tussen werkgevers en vakcentrales lijken zelfs deelakkoorden onrealistisch. Zo zijn VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie vooral aangewezen op de gemene deler van hun eigen verkiezingsprogramma’s.Welke rode draad is te ontdekken? UitzendScope zocht het uit.
MKB
Een van de meest waarschijnlijke MKB-beleidswijzigingen van het aanstaande kabinet is een verkorting van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Alle formatiepartijen hebben zich hierover uitgesproken. De meeste met een lange aanloop. Al in 2012 gold dat een ruime parlementaire meerderheid terug wilde van twee jaar doorbetaling naar hoogstens één jaar. Demissionair minister Asscher zag het echter niet als zijn missie om deze breed gedragen verlichting voor het MKB te realiseren.
Dat mag niet alleen opvallend genoemd worden gezien het brede draagvlak voor verlichting. Een verkorting had ook kunnen leiden tot een toename van het aantal vaste contracten en een steuntje in de rug kunnen zijn van het stokpaardje van Asscher: de Wet werk en zekerheid. Een wet die nu als een hakblok op de formatietafel ligt. De reden om de wijziging niet door te voeren was financieel gedreven. Asscher beriep zich op cijfers van het Centraal Planbureau (CPB), dat berekende dat een verlichting van twee naar een jaar de overheid 800 miljoen euro zou kosten.
Maar hoe actueel is dat getal uit begin 2015 nog? Dat de begrotingsruimte voor een nieuwe ministersploeg sterk is gegroeid, is helder. Onderwerp van debat lijkt dan ook vooral hoe de verkorting moet worden ingevuld. Op basis van de De arbeidsmarkt onder Rutte III verkiezingsprogramma’s en bronnen uit de polder lijken vooralsnog alleen kleine werkgevers tot 25 medewerkers te kunnen rekenen op lagere lasten. De vraag is of de duur van de doorbetaalplicht teruggaat naar één jaar, of zelfs naar drie maanden. Die laatste optie lag nadrukkelijk op de poldertafel. Hoe dan ook,
werkgevers zullen in collectieve zin premies moeten afdragen om de resterende ziektemaanden, tot waarschijnlijk twee jaar, te financieren.
Zzp
Vergeleken met het laatste regeerakkoord uit 2012 heeft de zzp’er deze formatieronde minder te vrezen. Waar er in 2012 nog hervormd moest worden om de begroting op orde te krijgen en de zelfstandigenaftrek dreigde te worden afgeschaft, is er vijf jaar later geen acute aanleiding om te snijden in het fiscale beleid voor zelfstandigen. Ook om electorale redenen zal geen enkele partij het leger van zzp’ers van zich durven te vervreemden door belastingvoordelen af te schaffen.
Een sluipende trend waar wel met zorg naar wordt gekeken door het ministerie van Financiën is de groeiende onderkant van de zzp-markt. Door voordelen als de startersaftrek, zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling dragen eenpitters met lage inkomsten nauwelijks tot geen belasting af. WePayPeople liet eerder dit jaar door het CBS berekenen dat 314.400 zzp’ers in 2014 geen euro belasting afdroegen. De Telegraaf en de Volkskrant hebben hierover uitgebreid bericht.
De onzekerheid die door de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) in de markt is geslopen, creëert in die zin nog een positieve bijvangst voor de hoeders van de staatskas. Immers, mijdend gedrag bij opdrachtgevers betekent minder zzp-relaties. De vraag is wel: is de gemeden zzp-relatie vervangen door een andere arbeidsrelatie, of niet?
Hoeft de zzp’er dan helemaal niets te vrezen? De impasse rondom DBA zal hoe dan ook doorbroken moeten worden door duidelijker beleid, zonder grijze schemergebieden tussen het werknemerschap en het zelfstandig ondernemerschap. Dat is een te grote uitdaging gebleken voor Rutte II. Een grondige – en op verzoek van de zzp’er en opdrachtgevers – lasten- luwe aanpassing van het arbeidsrecht, met daarin een gedateerde term als ‘gezagsverhouding’, lijkt noodzakelijk. Ook voor de nieuwe coalitie zal dit een enorme opgave blijken.
Een ander dossier dat nog boven de markt hangt is de al dan niet verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Zowel het CDA als de ChristenUnie pleiten hiervoor. VVD en D66 zullen een verplichte verzekering niet willen verkopen aan hun achterban. Een mogelijk compromis ligt in de koppeling van de zelfstandigenaftrek aan de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een realistisch scenario dat al door verschillende Haagse bronnen is geschetst.
Uitzendsector
Het is de vraag in hoeverre het formatiekwartet het uitzendbeleid zal willen wijzigen. De sector heeft na de crisis gefunctioneerd als katalysator voor groei, met jaar na jaar de sterkste banengroei van alle sectoren. Ook draagt de sector fors bij aan de invulling van de Participatiewet. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken schreef vorig jaar dat inleenverbanden een vaak gebruikt en succesvol middel zijn om werk te bieden aan mensen met een arbeidsbeperking.
De uitzendbranche zal ook de komende jaren hard nodig zijn om het doel van 125.000 participatiebanen ultimo 2025 te halen. Ook in bredere zin zullen bedrijven behoefte blijven houden aan een flexibele schil. De toenemende krapte op de arbeidsmarkt kan gespecialiseerdere dienstverlening door uitzenders extra stimuleren. Met name in ICT, techniek en de bouw lopen de tekorten hard op. Ook in de strijd om internationaal talent kan de uitzendsector een koplopersrol vervullen.
Reden genoeg voor een nieuwe ministersploeg om geen ondoordachte deuk te slaan in het uitzendbeleid. Met de dreigende afschaffing van sectoraal verlonen is die vrees nog niet van tafel.